De KOMO-familie en anoniem klikken

|  Laatst gewijzigd:12-12-2014 16:05  |  Thomas van Belzen  |

Den Haag – < Vervolg van pagina 1 Onvolledige dossiers. Fabrikanten die elkaar verklikken. De ILT die al eerder aankondigde strenger te zullen optreden. Dat de CE-markering voor onrust zorgt in fabrikantenland, bleek tijdens een conferentie in de kelder van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Thomas van Belzen

Twee wenteltrappen naar beneden. Meer dan honderd jassen aan kapstokrekken. Een zware houten deur en daarachter een imponerende tribune met inklapstoelen, waarvan de meeste vandaag worden warm gehouden door de aanwezige bouwproducenten. In het ‘huis’ van minister Blok zorgt de neonblauwe verlichting aan het plafond voor een rustgevende sfeer. Toch voel je de twijfel. Wie spreekt de waarheid? KOMO of de minister?

Het publiek bestaat uit twee kampen. Het ene kamp, de ‘KOMO-familie’, snapt anderhalf jaar na invoering van een nieuwe verordening uit Brussel nog niet dat Holland zo dom kan zijn dat hij Europa laat tornen aan de ‘heilige’ Nederlandse kwaliteitsnormen. De andere helft is juist blij met CE en bekruipt soms het gevoel dat hij luistert naar leugenaren.

Maarten van Hezik, voorzitter van het communicatieplatform CE-markering, zit in zijn eentje achter de meterslange conferentietafel aan de voet van de tribune. Hij oogt ontspannen. Als iemand een vraag wil stellen, staat hij op en gooit hij de microfoon die op een grote dobbelsteen lijkt achteloos over bouwershoofden.

“Er is nog veel missiewerk nodig door de industrie”, vat Casper van den Thillart neutraal samen. Hij signaleert dat producenten de verplichte CE-markering met prestatieverklaringen en onderliggende dossiers lang niet altijd op orde hebben. “Soms staat de identificatiecode nergens vermeld. En de prestatie moet ook in de prestatieverklaring staan. Maak iets van CE-markering”, roept hij op.

Frank Maatje krijgt de microfoon in handen. Namens de Samenwerkende Nederlandse Staalbouw ziet ook hij dat dwangsommen een deel van de producenten niet afschrikt. “E en groot aantal staalbedrijven heeft nog geen CE-markering. Dat is een kwalijke zaak. De Inspectie van Leefomgeving en Transport (ILT, red.) grijpt ook niet altijd in. Dat steekt bij de mensen die zich wel aan de regels houden.”

Gemok, ernstige blikken, ongeloof. De koffiepauze wordt uitgesteld, omdat niemand kan wachten op de waarheid van ILT-inspecteur Rutger Baaten. Waarom laat hij meldingen liggen?

“Als u een handhavingverzoek indient, zijn wij wettelijk verplicht te handhaven”, zegt Baaten terwijl iedereen aandachtig luistert. “Maar”, vervolgt de inspecteur, “u kunt dat niet anoniem doen. Als u een melding doet, komen we ook bij u kijken. Soms wordt het instrument namelijk verkeerd gebruikt. Legt een bedrijf met opzet de focus bij een concurrent neer.”

Lezingen later zijn de twee kampen nog steeds twee kampen. Ton Jans, voorman van de KOMO-familie, belooft zijn aanhang ondanks aanhoudend sombere berichten een mooie toekomst. Ten andere male weigert hij zich neer te leggen bij de boodschap dat KOMO het oude pad dient te verlaten: “Wij hebben nog steeds een andere interpretatie van de regels. Daarom heb ik een verzoek ingediend bij de minister. CE en KOMO kunnen prima naast elkaar blijvenbestaan.”